Autumn asks that we prepare for the future – that we be wise in the ways of garnering and keeping. But is also asks that we learn to let go – to acknowledge the beauty of sparseness.
– B. W. Overstreet
De muziek klinkt ietwat weemoedig, buiten is het donker en er branden binnen lampjes en een kaars. Ik drink thee en eet wat chocolade. De eerste stoofpeertjes zijn bereid en gegeten, de eerste pepernoten ook. De perenboom in de tuin is kaal en de volkstuin raakt steeds leger. Buiten is het vaak nog aangenaam, dan fiets ik in mijn wollen gilet rond, maar de bomen kleuren verder en dieper en soms vallen er felle regenbuien. Herfst. O die herfst, ik houd er zo van maar soms begrijp ik zelf niet meer goed waarom.
Hoewel, misschien is het anders. Eerder hield ik vooral alleen maar van de herfst; van haar schoonheid en weemoed en vergankelijkheid. Lang geleden toch al schreef ik het herfstcitaat hierboven op een briefje en hing het ergens in huis – daar lees ik het ook in, de schoonheid en de weemoed. En ik houd er nog steeds van, juist die twee bij elkaar. Maar het lijkt alsof ik deze herfst – misschien was dat de vorige keer ook al wel, ik weet het niet meer precies – me ook juist bewust ben van het pijnlijke, de melancholie van die vergankelijkheid. Ik voel hoe ik die prachtige herfst niet helemaal vatten kan. Is het omdat ik ouder word, me meer bewust van de jaren die voorbijgaan en niet meer terugkomen? Staat deze herfst meer in het perspectief van de broosheid van het leven, met ziekte dichtbij en zoveel nare gebeurtenissen verder weg? Of hangt het ook samen met de stappen die voor ons liggen, nu we op weg gaan met MAF?

Soms kan ik in mijn hoofd verdwalen in datgene wat er gebeurt en al die perspectieven van mensen met hun visie daarop en hoe het geduid kan worden en wat de consequenties zijn. Wat me dan steeds weer helpt, wat ik mezelf steeds weer voor wil houden, is dat God de Allerhoogste is en een goede Vader. Ik begrijp het vaak niet en ik begrijp Hem vaak niet. Ik zie niet wat er precies gebeurt en ik zie niet waarom het zo moet gaan als het gaat. Maar waar ik mij aan vast wil houden, is de waarheid van Zijn Woord. Dat God uit liefde ons maakte, dat Jezus uit liefde naar de aarde kwam om te redden en te bevrijden en dat de Geest uit liefde nog altijd krachtig werkt. Dat de Liefde het laatste woord heeft.
Een paar dagen later strooit de zon haar licht over de kleurende boom voor ons huis, diep donkerrood is de kruin. De perenboom verliest langzaam haar blad. Ik verlang naar het bos, het zal er nu aards geuren – naar wandelen door de herfst en opgaan in de schoonheid. Deze herfst voel ik des te meer dat ik wil schiften waar ik mijn tijd en mijn aandacht aan besteed en wat ik in huis heb. De trekkracht van mijn telefoon is groot, maar er zwerven allerlei nog lege notitieboekjes, dus wil ik meer scherm of meer pen en papier (en tekenspullen). We moeten ontspullen met een verscheping voor de boeg, dus we zijn op zolder begonnen met opruimen. Het is gemakkelijk om steeds maar bezig te zijn met meer of minder nuttige dingen van mezelf, dus ik kies ervoor om tussendoor dolle spelletjes te doen met de kinderen of met hen te kroelen op mijn schoot. Ik kan achter de laptop kruipen – zoals nu – of naar buiten gaan, dus laat ik zo de fiets maar pakken.
Ja, dit is herfst. Het licht. De kleuren. De dennenappels. De kastanjes. De paddenstoelen. De warme zachte truien. De rode sierappeltjes – daar word ik vanbinnen altijd warm van. Mijn Dr. Martens. Dit voelen van schoon en vergankelijk. Dit weten dat de tijd voorbij gaat en kostbaar is. O die herfst, ik houd ervan en van wat ze mij leren kan.

Reactie plaatsen
Reacties